De nieuwe aansprakelijkheid van de hulppersoon in een notendop

Op 1 februari 2024 werd de finale tekst van Boek 6 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (BW) aangenomen. Dit boek voert een aantal nieuwe regels in met betrekking tot buitencontractuele aansprakelijkheid waaronder de afschaffing van de quasi-immuniteit van de hulppersoon in artikel 6.3. Deze wijziging geeft aanleiding tot een aantal vragen in hoofde van hulppersonen: Wanneer is ze van toepassing? Hoe zit het nieuwe regime in elkaar? Wat betekent het concreet voor mij? Wat kan ik doen om mij voor te bereiden? Deze vragen beantwoorden wij in deze blog.

Wanneer en op wie is het nieuwe aansprakelijkheidsregime van toepassing?

Het nieuwe aansprakelijkheidsregime slaat op hulppersonen die zowel een natuurlijke persoon (bv een werknemer) als een rechtspersoon kunnen zijn (bv een onderaannemer).

Meer bepaald is artikel 6.3 BW van toepassing op de volgende situatie: een hoofdschuldeiser heeft een contract met een hoofdschuldenaar en de hoofdschuldenaar doet beroep op een hulppersoon om (een deel) van diens contractuele verplichtingen uit te voeren.

Hoe zit de nieuwe regel in elkaar?

De nieuwe regel voorziet dat de hoofdschuldeiser, namelijk de persoon ten aanzien van wie de hoofdschuldenaar zich verbonden heeft, de hulppersoon buitencontractueel aansprakelijk kan stellen voor de schade die ze naar aanleiding van een fout van de hulppersoon geleden heeft.

Hier bestaan wel enkele uitzonderingen op:

  • Bijzonder wetgeving wijkt af van art. 6.3. Dit is bijvoorbeeld het geval m.b.t. werknemers (art. 18 Wet Arbeidsovereenkomst);
  • Contractuele afwijkingen hetzij in het contract tussen de hoofdschuldeiser en de hoofdschuldenaar of in het contract tussen de hulppersoon en de hoofdschuldenaar.

Let op: deze uitzonderingen kunnen niet ingeroepen worden indien de schade veroorzaakt werd door fysieke of psychische aantasting of door de opzettelijke fout van de hulppersoon.

Wat betekent dit concreet voor mij en wat kan ik doen om mij te voorbereiden?

Indien je als hulppersoon optreedt en niet onder één van de bovenvermelde uitzonderingen valt, zullen hoofdschuldeisers buitencontractuele aansprakelijkheidsvorderingen tegen jou kunnen instellen vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe Boek 6.

Concreet voorbeeld: Partij A is een bedrijf dat beroep doet op de diensten van Partij B voor de renovatie van haar kantoorruimtes. Partij B doet beroep op jouw diensten voor een deel van de werken. Tijdens de werken beschadig je onopzettelijk een waterbuis binnen één van de kantoorruimtes waardoor Partij A materiële schade oploopt. Partij A kan jou buitencontractueel aansprakelijk stellen voor de geleden schade, waar zij vroeger enkel partij B aansprakelijk kon stellen.

Omdat het nieuwe regime van aanvullend recht is, kunnen de partijen er niettemin contractueel van afwijken. Zoals hierboven uitgelegd, kan de hulppersoon zich o.m. beroepen op de uitzonderingen opgenomen in het contract dat zij/hij met de hoofdschuldenaar heeft gesloten.

Concreet voorbeeld: Heb je in je contract met Partij B een beding opgenomen dat je buitencontractuele aansprakelijkheid voor je onopzettelijke fout uitsluit? Dan kan je je op dit beding beroepen ten aanzien van Partij A die je voor de onopzettelijk beschadiging van de waterbuis buitencontractueel aansprakelijk wou stellen.

Het is dan ook aangeraden om jouw contracten of algemene voorwaarden te herbekijken en aan te passen waar nodig rekening houdende met bovenstaande wijziging. Wij helpen jou hier graag bij!

Ook in het geval je  hieromtrent nog specifieke vragen hebt, contacteer ons!


Projecten

Belgisch bedrijf (voeding) – Ad interim inhouse counsel (IP/IT/Media)

Lees meer Arrow