Het was een gewaagd argument om aan te halen dat “Kuifje” geen origineel werk is van Hergé, maar geïnspireerd was op het figuur “Tintin-Lutin” van Benjamin Rabier uit 1898. Het heeft evenwel niet gewerkt. De Franse kunstenaar, Peppone (Christophe Tixier), die het waagde om bustes te maken van de creaties van Hergé werd samen met de galerij die de bustes tentoonstelde, door de rechtbank in Marseille veroordeeld tot een schadevergoeding van € 114.157 wegens namaak. Moulinsart SA, dat de nalatenschap van Hergé beheert, haalt hiermee opnieuw een slag thuis.
Moulinsart VS. Peppone
De advocaten van Peppone bouwden hun verweer op door het vaderschap van Kuifje in twijfel te trekken. Zo haalden zij aan dat Kuifje geen originele creatie was van Hergé, maar dat het personage geïnspireerd was op het eerder bestaande & gelijkaardige personage “Tintin-Lutin” van Benjamin Rabier (Tintin-Lutin — Wikipédia (wikipedia.org). De rechtbank in Marseille was het daar niet mee eens en oordeelde dat het personage van Kuifje een origineel werk is in de zin van de code van intellectueel eigendom.
Het beschermen van personages onder het auteursrecht
Om bescherming onder het auteursrecht te genieten, moet een bepaald werk aan twee voorwaarden voldoen:
- Originele creatie: Het werk dient de persoonlijke stempel van de maker te dragen. Peppone trachtte deze voorwaarde onderuit te halen door te beweren dat Kuifje geen originele creatie was van Hergé, maar gebaseerd was op een eerder werk van Benjamin Rabier. De rechtbank oordeelde evenwel dat er geen indicatie werd gegeven over het karakter, het gedrag en de context waarin Benjamin Rabier zijn karakter liet evolueren , zodat de vergelijking met het door Hergé gecreëerde personage Kuifje totaal irrelevant is.
- Concrete vormgeving: Het werk dient zintuiglijk waarneembaar te zijn. Dit houdt in dat loutere ideeën en concepten niet beschermt worden onder het auteursrecht. Een personage uit een roman zal mogelijks niet voldoen aan deze voorwaarde indien hij geen specifieke kenmerken heeft. Een derde kan namelijk nog steeds zijn eigen verbeelding gebruiken om een concrete vorm te geven aan dit abstracte personage. Dit ligt wat gevoeliger bij stripfiguren die reeds een figuratieve vormgeving door de maker en dus specifieke kenmerken genieten. Indien deze kenmerken worden hergebruikt, weliswaar met lichte verschillen of onder een andere exploitatiemethode, zijn de rechten van de auteur beschadigd. De zaak Peppone leert ons evenwel dat de vorm niet beperkt is tot hetzelfde voortbrengsel. Zo strekt het auteursrecht zich uit van een stripverhaal tot beeldhouwwerken, zolang de kenmerken van het personage maar behouden blijven.
Interesse?
Contacteer ons
Fanfics, parodiëen & andere uitzonderingen
De bovenstaande zaak situeert zich in het Franse recht. Er werden hier geen succesvolle uitzonderingen op het auteursrecht ingeroepen. Naar Belgische recht was het ook moeilijk geweest voor Peppone om zich succesvol op een uitzondering beroepen. De meest bekende uitzondering is de parodie. In tegenstelling tot de andere uitzonderingen is bij een parodie vereist dat de maker ook een eigen element toevoegt aan het bestaande werk. Bovendien moet het een humoristisch of ironisch karakter hebben. Andere voorbeelden van uitzonderingen zijn het citaatrecht of het gebruik voor louter academische of privédoeleinden. Anders is het voor fan-ficties waarin personages of verhaallijnen worden overgenomen, maar ook een eigen inbreng aan wordt toegevoegd. Een uitweiding over dit genre zou ons te ver leiden in deze uiteenzetting. Meer hierover kan je lezen in onze blog: “Harry Potter, time-turners en fan-fictie“.
Hier was ontegensprekelijk sprake van een inbreuk op het auteursrecht. Het harde handhaven van Moulinsart werd beloond.
Dit is echter niet altijd het geval en Moulinsart verliest wel af en toe een strijd tegen Tintinofielen die zich op het werk van Hergé inspireren. Op 10 mei had de rechtbank van Rennes het Belgische bedrijf in het ongelijk gesteld. Moulinsart klaagde de schilder Xavier Marabout aan, wiens werken de werelden van Kuifje en Edward Hopper combineerden. De rechtbank oordeelde dat deze werken “de uitzondering van de parodie” en “de humoristische bedoeling” hadden erkend. Aan de andere kant werd de cartoonist Pascal Somon in mei 2019 veroordeeld tot 10 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en twee jaar voorwaardelijk voor het vervalsen van werken van Hergé. Ook moest hij 32.000 euro schadevergoeding betalen aan Moulinsart en aan Fanny Vlamynck, de weduwe van Hergé.
Indien u vragen hebt over het auteursrecht of het beschermen van uw werken, aarzel dan niet om ons te contacteren.