Antiwitwaswetgeving in de kunsthandel

België heeft de vijfde anti-witwas richtlijn (AMLD 5) deze zomer omgezet. Hiermee was België een half jaar te laat en de goedgekeurde wet heeft nog heel wat kinken in de kabel. Hoe het ook zij, het is alvast zeker dat deze wetswijziging zal zich laten voelen in de kunst- en antieksector.

Historiek

AMLD 5 werd in 2018 geamendeerd waardoor de lidstaten verplicht werden de wettelijke verplichtingen van de antiwitwaswetgeving van toepassing te maken op kunsthandelaars tegen januari 2020. De wetgever kwam hier ruimschoots te laat mee, de vermoedelijke reden hiervoor is de moeilijke regeringsvorming.

Het is duidelijk dat de wetgever – zowel de Europese als Belgische – de kunst- en antieksector wantrouwt. Zo geven de voorbereidende werken zelfs expliciet aan dat witwassen in de kunst- en antieksector een “gekend fenomeen” is en lijkt de bekommernis hier vooral dat terrorisme via deze sector gefinancierd zou worden.

Toepassingsgebied

De richtlijn legt de lidstaten op om kunsthandelaars en tussenpersonen te onderwerpen aan de verplichtingen van de antiwitwaswetgeving wanneer de transacties 10.000 EUR of meer bedragen. Ook personen die kunstwerken van die waarde opslaan (inclusief zogenaamde freeports) worden onderworpen aan deze regels.

De wetgever koos ervoor om het toepassingsgebied uit te breiden naar antiek. Wanneer roerende goederen van 50 jaar oud of ouder voor 10.000 EUR of meer worden verkocht, zal ook hier de antiwitwaswetgeving toepassing vinden. Verkopers van (nieuwe) designmeubelen ontspringen dus de dans.

De wet geeft wel duidelijk aan dat het om entiteiten gaat die handelen in het kader van hun beroepsactiviteiten. De particulier die eenmalig een kunstwerk of antiekstuk voor meer dan 10.000 EUR verkoopt, moet hiervan dus niet wakker liggen.

En wat met veilinghuizen?

Aangezien ook veilinghuizen onder de regelgeving vallen, heeft de wetgever voorzien dat men onder de regels valt wanneer de geschatte maximumprijs 10.000 EUR of meer bedraagt. Dit is niet terug te vinden in AMLD 5, maar wel een pragmatische oplossing.

Voetbalclubs zijn collateral damage

De wetgever was op dreef en besloot in het licht van de operatie “propere handen” ook het Belgische voetbal in de wetgeving mee te sleuren. AMLD 5 legt dit niet op en er was dan ook een hevige discussie in de kamer of België hier niet op Europa moest wachten.

Uiteindelijk hebben zij die een Belgische voortrekkersrol verdedigen aan het langste eind getrokken. Tegen de zin van de voetbalbond in, zullen in de toekomst ook alle profvoetbalclubs onderworpen worden aan de antiwitwaswetgeving.

Onmiddellijk van toepassing vs uitstel

Wie uit de lucht komt vallen, kan alvast niet op de steun van onze premier rekenen. Toenmalig vicepremier Alexander de Croo verdedigde sterk dat kunsthandelaars al twee jaar wisten dat deze regelgeving er zat aan te komen. De NVA-fractie diende nog een amendement in om de inwerkingtreding met zes maanden uit te stellen om zo de kunst- en antieksector de tijd te geven om zich aan te passen en om de nodige Koninklijke Besluiten uit te vaardigen, maar dit amendement haalde het uiteindelijk niet in de finale tekst.

Het is vooral dat laatste element, de nood aan Koninklijke Besluiten, dat voor moeilijkheden zorgt. Technisch gezien is de regelgeving van toepassing, maar enkel op kunsthandelaars en tussenpersonen die “ingeschreven zijn bij de Federale Overheidsdienst Economie, kmo, Middenstand en Energie”. Hier knelt dan ook het schoentje. Dit systeem dient nog ingevoerd te worden via Koninklijk Besluit, dus in realiteit is de regelgeving nog niet van toepassing.

De Belgische voetbalwereld heeft tot 21 juli 2021 om zich voor te bereiden. Dit kan ook nog eens met zes maanden verlengd worden indien de Europese Unie zich in de tussentijd op dit vlak roert.

Nieuwe inschrijvingsplicht

De aandachtige lezer heeft opgemerkt dat de wet nu een inschrijving bij de FOD Economie vereist. Volgens de Raad van State vormt dit geen belemmering op de vrijheid van handel. Eens de nodige Koninklijke Besluiten er zijn, zullen alle kunst- en antiekhandelaars en -tussenpersonen zich moeten inschrijven. De ratio is dat deze beroepen niet gereglementeerd zijn en de overheid op deze manier meer controle op de sector kan uitoefenen.

Dit gekoppeld aan de onmiddellijke inwerkingtreding doet alleszins een kleine slagkracht vermoeden van de beroepsverenigingen van kunst- en antiekhandelaars.

Wat moet men nu precies doen?

Zonder exhaustief te willen zijn, zullen volgende verplichtingen gelden voor kunst- en antiekhandelaars:

1. Know your customer en meldingsplicht

Het know your customer principe is welgekend in de bankenwereld. Het komt erop neer dat de handelaar moet onderzoeken wie de klant is en wanneer hij verdachte transacties vermoedt, zal hij die moeten melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). Dit betekent natuurlijk ook dat de handelaren zich op een dergelijke manier moeten organiseren dat zij ook effectief in staat zijn een klantenonderzoek te doen.

Het klantenonderzoek zal onder meer nagaan wat de identiteit is van de klant of de uiteindelijke begunstigde in het geval de klant een rechtspersoon is. Hierbij zal bijvoorbeeld ook het UBO-register geraadpleegd moeten worden. Dit is geen eenmalige verplichting, bij langdurende klantenrelaties zal de handelaar geregeld opnieuw een klantenonderzoek moeten doen. Kan men niet het nodige vaststellen, dan dient de handelaar zich van transacties met die klant te onthouden.

Vermoedt men verdachte praktijken bestaat er zoals gezegd een meldingsplicht aan het CFI. Het CFI zal het dossier verder opnemen en er de passende gevolgen aan geven. Het is de handelaren verboden om aan de klant te melden dat hij melding heeft gemaakt aan het CFI of dat er een analyse naar witwaspraktijken wordt gevoerd. Besluit het CFI dat er inderdaad sprake kan zijn van witwassen, zal zij het dossier doorgeven aan het parket.

2. Documentatieplicht

De wet voorziet de verplichting bepaalde documenten en informatie bij te houden van de klanten met het oog op het onderzoek naar witwaspraktijken door het CFI of andere bevoegde autoriteiten. Artikelen 60-65 van de wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme verschaft de handelaren dan ook een wettelijke basis en regeling om de gegevens van de klanten te verwerken in overeenstemming met de GDPR.

Ongerustheid en onvree

De kunst- en antieksector is niet bepaald opgezet met AMLD 5. Zo begrijpt de BUP (beroepsvereniging voor galerijhouders) niet dat de voetbalwereld wel uitstel krijgt, al ligt dit vermoedelijk aan het feit dat de Belgische wetgever reeds te laat was met de omzetting van AMLD 5 en zich geen verder uitstel kan veroorloven. Ook wijst de BUP er op dat het soms snel moet gaan wanneer men een bod krijgt en de antiwitwaswetgeving dergelijke snelle transacties kan verhinderen. De kans is dan ook reëel dat deze nieuwe verplichtingen een serieuze kater gaan teweegbrengen in de sector.

Conclusie

AMLD 5 zal een grote impact hebben op de kunst- en antieksector. De kritiek van de sector bleef dan ook niet uit. Toch kan men om de Europese richtlijn niet heen, al valt het op dat de Belgische wetgever van de gelegenheid gebruik heeft gemaakt om het toepassingsgebied van de antiwitwaswetgeving op eigen initiatief te verbreden.

Naast de verplichtingen uit de antiwitwaswetgeving zal er ook een registratiesysteem komen voor kunst- en antiekhandelaren. Het zal dan ook uitkijken worden naar de Koninklijke Besluiten die deze regeling moeten implementeren. Mogelijks zal de regering ditmaal wel meer luisteren naar de bezorgdheden van de sector, doch ook dit valt af te wachten.

Heb je vragen over de antiwitwaswetgeving of ben je niet zeker of je er nu rekening mee moet houden of niet, aarzel dan niet om ons te contacteren!